zaterdag 24 juli 2021

11) "Angst"Haasje?

Jackrabbit, Konijn, Luisteren

‘Pfffff…,’ een diepe zucht ontsnapt uit mijn borst, en nadat ik kort in zijn vragende ogen kijk, antwoord ik onzeker:

‘Eigenlijk weet ik het niet zo goed. Behalve dat ik gehoord heb, dat je hier in dit bos veilig bent,’ direct als ik dit zeg, voel ik weer die knoop in mijn buik en vullen mijn ogen zich met vocht. Ik zwijg verder, en slik de brok in mijn keel moeizaam weg.


‘We zoeken een rustig plekje op waar we met z'n drieën kunnen praten, goed? Zo in deze drukte is het niet fijn om vertrouwelijk te praten, vind ik. En mag Aasbrenger ook mee?’ vraagt Vredepijler mij bezorgd en onderzoekend aankijkend.

Ik knik bevestigend. Mijn ogen dwalen onzeker naar Moerkonijn. Door een waas zie ik nog net, dat ze mij een geruststellend knikje geeft.


Met z’n drieën lopen we dezelfde weg over ‘t gras terug. Aan de kant van mijn linkerpoot hoor ik de druk pratende dieren, en aan mijn rechterpoot wandel ik langs de aalbes- en frambozenstruiken. Vriendelijk knikken Vredepijler en Aasbrenger naar Beer, die zijn positie bij de ingang van het grasveld weer ingenomen heeft. Beer geeft mij een knipoog, maar blijft wel alert op zijn omgeving.


Vervolgens lopen we een smal paadje op, en een klein stukje het bos in. De beide dieren weten goed de weg, want links van dat paadje een paar meter het bos in, komen we bij een eikenboom. Onder die eikenboom groeit zacht, donkergroen mos. Daar gaan we met elkaar zitten. Heerlijk comfortabel. De raaf reikt me enkele maïskorrels aan. Gemoedelijk eten we wat. Mijn emoties ben ik inmiddels enigszins de baas geworden…


De geluiden van de druk pratende dieren horen we hier niet. Alleen het vrolijke gezang van de verschillende vogels in de bomen, en het getik van een snavel tegen een boom.
Een specht...
We eten in alle rust en vrede van de maïs. Ik merk dat de mais mij, na een aantal hapjes, gaat tegenstaan. Mijn buik voelt weer opgeblazen van de spanning, en ik krijg kokhals neigingen



Want kan, mag en dúrf ik alles te vertellen aan deze twee dienstkruiers? En..., wat gaan ze mij versnavelen!?


Volgende hoofdstuk


Vorige hoofdstuk


Hersenspinsels:

  1. Wanneer ik eerst bij een gezelschap hoorde, waar ik afgewezen ben of waar mij pijn is gedaan? Misschien was het niet alleen door de schuld van de ander, maar ook door mijn eigen schuld? Zou ik me durven aansluiten bij een nieuwe gemeenschap? Hoe open en kwetsbaar durf ik me dan op te stellen in deze nieuwe groep?
  2. Durf ik mezelf met mijn kwetsbaarheden aan hen toe te vertrouwen? Met het risico op een nieuwe afwijzing? 
  3. Of wil ik eerst alles van deze nieuwe gemeenschap weten? En wanneer de uitslag voor mij gunstig en naar tevredenheid is, mezelf 'veilig' geven? 
  4. Is alles zelf onder controle (willen) houden veiligheid?
  5. Op Wie stel ik eigenlijk mijn vertrouwen?

2 opmerkingen:

29) Fijn kneepje

   ‘Nee!’ Verbijsterd grijp ik de poot van Ramkonijn. Onze poten zijn klam van het koude zweet. Angstig voor wat we lezen in elkaars ogen, s...