dinsdag 17 mei 2022

40) Legio vrede!


‘Het zijn er twee geworden!’ snuift mijn lieve neefje spontaan en luid. In de handen van Schepperszoon ligt opnieuw eenzelfde Scherp gouden Woord~en~Boek. Verbaasd kijkt ook Verkrasser naar zijn gevulde vleugels, èn de gevulde handen van de gulle Gever. 

‘Dienstkruiers, komen jullie eens hier,’ gebiedt Schepperszoon vriendelijk. Zes witte en zes zwarte vogels naderen met aanbidding. ‘Verkrasser, geef Vredepijler uw Boek.’ Onze wijze leider aarzelt een ogenblik maar…, het bemoedigende knikje dat hij van de Zoon van de Schepper krijgt, overtuigt hem te doen wat hem gevraagd wordt. Met zijn vleugel steekt hij het Boek Vredepijler toe. Krasseloos* staart hij naar zijn nog steeds gevulde vleugels, om vervolgens zijn kijkers stomverbaasd te richten op de eveneens gevulde vleugels van Vredepijler. De twinkelende ogen van Schepperszoon staan vriendelijk. ‘Toe…,’ spoort Hij aan, ‘er staan nog vijf Vredepijlers met verlangen te wachten!’ Een zachte glimlach plooit Zijn mond. Want ook deze nemen het kostbare Boek met heilig ontzag in ontvangst. Wederom klinkt Zijn heldere stem:

‘Lieve Vredepijlers? Gaan jullie, zoals jullie gewoon zijn, samen met de Aasbrengers als een ster om Verkrasser en Mij heen staan?’

Maar de Aasbrengers? Krijgen die geen Scherp gouden Woord~en~Boek? Denk ik gemelijk. Zie hen eens begerig kijken! En wij? Ik wil ook!

Schoorpotend zie ik de Aasbrengers gehoorzaam de Vredepijlers volgen. De ster is snel gevormd.

‘Ach Aasbrengers,’ hoor ik de meelevende stem van Schepperszoon met gezag spreken, ‘jullie krijgen ook hoor! Vredepijlers? Vul de vleugels van jullie mededienstkruiers.’ Verwonderd kijken de aangesprokenen op, en ik lees de vraag in hun kraalogen. 

Kunnen wij ook?


‘Kleingelovigen… Ik zeg toch dat jullie het kunnen?’ klinkt het zacht verwijtend. ‘Geloof! Deel het aan alle Vregioleden uit. Samen met de Aasbrengers! Lieve leden, komen jullie één voor één jullie poten en vleugels vullen bij de dienstkruiers? Bind het met een gordel om jullie middel, zodat je het altijd bij je hebt!’ 


Met heilige eerbied staar ik naar de Zoon van onze Schepper, terwijl de rij die zich inmiddels gevormd heeft langzaam korter wordt. Ik sta voor Aasbrenger en snuif trillend van emotie. Hij overvleugelt ook mij zorgvuldig, het Scherp gouden Woord~en~Boek. Mijn buik tintelt van warme vreugde! Vol ontzag en verheerlijkt houd ik het met zorg in mijn voorpoten. Vrede, rust, verwondering en blijdschap in en om mij heen. Overweldigd van al deze gepassioneerde heerlijke emoties, blijf ik een paar snuiven stilstaan. Tot…, een wolvenpootje zacht op mijn schouder tikt.

‘Excuus,’ mompel ik. 

Tja…, ik ben niet alleen. Allen willen natuurlijk graag dit waardevolle, gratis cadeau van Schepperszoon ontvangen… 

Ik kom weer met beide poten op het gras te staan, en keer terug naar mijn plekje op Verkrassersweide.


Aan mijn linkerkant zit Lamprei, naast zijn moeder. Aan mijn rechterkant komt Poetor samen met Drentel zitten. De ogen van de moordenaar van mijn Vooi glanzen vochtig. Verbaasd van mezelf geef ik hem vriendschappelijk pootklopje, en vraag:

‘Mis je jouw Broer?’ Hij knikt.

‘En Alfateef. Het zijn zijn ouders,’ wijst Poetor overbodig naar Drentel. ‘Ik hoop zo, dat ze nog de tijd krijgen om het Leven te vinden…’ Hij slaat een poot om zijn kleine, treurende neefje heen. Ondanks zijn vrijwillige keuze om met zijn oom mee te gaan, mist hij zijn ouders intens. Beiden klemmen het Scherp gouden Woord~en~Boek tegen hun buik aan. Hun ogen dwalen naar Schepperszoon. In weerwil van hun verdriet, stralen ze hoop en verwachting uit. Beschaamd buig ik mijn hazenkopje…

Broer… 

Het weergalmt in mijn hazenkopje. Vele hazensprongen hiervandaan, hoor ik het gehuil van Broer.


‘Brrrrrrr…’

‘We gaan naar de rand van het bos. Daar neem Ik afscheid van jullie.’ De Spreker bestijgt Zijn witte Paard. Stralen van helder licht omgeven hem en zijn Ruiter. Onwillekeurig trekt er een huivering door mijn lijfje.


Moeten we Hem nu ècht loslaten???


‘Heeft iedereen zichzelf omgord met het Scherp gouden Woord~en~Boek?’ Het witte Paard blijft een snuifteug staan, om de laatste dieren daarvoor de gelegenheid te geven. Helder en duidelijk klinkt het: ‘Volg Mij!’ Gehoorzaam staan wij allen op, en gaan van Verkrassersweide op weg naar de rand van het bos. Zwaar valt mij deze tocht. Voorover gebogen en met slepende poten over de bosgrond, voeg ik me in de troep. Ramkonijn klopt mij op de schouder. Lamprei heeft vertrouwelijk zijn rechterpootje in de mijne gelegd, en zijn linkerpootje in die van Moerkonijn. Drentel en Poetor lopen voor ons uit. Slang glijdt voorzichtig over de zachte bosgrond dichtbij het witte Paard, dat zijn hoeven op zijn beurt bedachtzaam neerzet. De tocht verloopt verdacht stil.

Heeft iedereen genoeg aan zijn eigen gedachten? Ik in ieder geval wel!


‘Pfffffff…,’ trillend komt mijn adem uit mijn hazensnuit. Veel te snel naderen we het, voor mij inmiddels overbekende, wortelveld. Schepperszoon kijkt ons met ogen vol liefde, genegenheid en genade aan. 

De laatste keer? Vraag ik me droevig af.


‘Hier nemen we daadwerkelijk afscheid. Nog een korte tijd! Ik kom terug, zodra Mijn volk voltallig is… Houd moed. Laat jullie vertroosten door Mijn Scherp gouden Woord~en~Boek en Mijn Geest, Die daaruit tot jullie spreekt. Diezelfde Heilige Geest zal in jullie harten zijn uitgestort, zodra ik jullie op aarde verlaten heb. Laat jullie troosten door Hem, want Hij zal bij jullie blijven tot Mijn terugkomst*.

Hij strekt Zijn handen over ons uit en zegt: 

‘De Schepper geeft jullie Zijn zegen en bescherming. In Zijn nabijheid geeft Hij jullie inzicht en wijsheid. De Schepper geeft jullie Zijn genade en houdt Zijn oog op jullie gericht. Bovendien zal Hij jullie vrede geven. En wees zo een zegen tot de ander! Voor de allerlaatste keer kan ik oogcontact maken met Schepperszoon. Dat doet Hij niet alleen bij mij. Hij doet ‘t bij alle Vregioleden...

Ik hunker ernaar om Hem met grote sprongen achterna te gaan, of luid te snuiven dat Hij hier moet blijven. Het verlangen is zó heftig, dat het pijn doet. Mijn hazenkopje lijkt opnieuw te gaan ontploffen. Ik weet echter: 

Hij moet gaan… Straks! Nu is er nog tijd om Remmel en mijn broertje en zusjes te vertellen over Schepperszoon en Zijn goede Boodschap! Ik verlang ernaar hen weer in mijn poten te sluiten!

Bedachtzaam snuif ik langzaam lucht via mijn luchtpijp mijn longen in. Mijn buik zwelt ervan op. Éven houd ik die lucht vast, om vervolgens weer rustig via mijn luchtpijp en snuitje te laten ontsnappen. De rust en blijdschap die ik eerder ervaarde, vindt langzaam weer zijn weg terug in mijn hazenhartje. Het kostbare boek klem ik vol verlangen tegen mijn borst aan. 

Schepperszoon gaat bij Zijn Vader voor ons bidden. Maar…, Hij blijft in Zijn Woord in ons midden! Nog steviger wordt mijn grip op het Scherp gouden Woord~en~Boek.


Samen staan we hier allemaal, schouder aan schouder en vleugel aan vleugel, aan de rand van het bos en het wortelveld. Op grote afstand klinkt het aanhoudende geluid van huilende wolven. Het dringt niet tot me door. Mijn aandacht is volledig gericht op het witte Paard, dat zich met zijn Ruiter omdraait en wegdraaft. Het paar wordt steeds kleiner. Tot..., het als een klein stipje verdwijnt…


‘Humpfffff…’ een zucht van verlangen. Met toegeknepen ogen tuur ik naar de horizon. Verslagen schud ik mijn hazenkopje en kijk bedroefd naar beneden. Streng wijs ik mezelf terecht.

Nee! Ik hóef niet verslagen te zijn!


De warme tinteling, die ik al eerder in mijn buik ervaren heb, verspreid zich snel in mijn hele lijfje… Ik ontspan mijn poten en open het boek dat ik zo stijf vasthield. Het valt open en ik lees verwonderd en zacht voor:

‘In het begin was het Woord en het Woord was bij God en het Woord was God.’**


Verkrasser staat hoog op het hek van de schaapskooi. Alle Vregioleden kunnen hem goed zien, en zijn verkrassing is luid en duidelijk te horen.

‘Zo is het, Haas! En dat Woord dat er vanaf het begin was? Is onder ons geweest in de Persoon van Schepperszoon. En Deze heeft ons Zijn Scherp gouden Woord~en~Boek gegeven, om daarmee door Zijn Geest tot ons te spreken. Tot? Ja tot Zijn volledige volk verzameld is! Hoe heerlijk zal dat zijn! Voordat wij allen naar de plek gaan waar we nodig zijn, gaan we zingen. Een lied door één van Gods schepselen geschreven. Zoek het maar op. Het staat achterin dit Heilige Woord van Hem Die, bij Zijn Vader en onze Schepper bid voor Zijn volk. Lied nummer 119 en vers 53. Ik zal het eerst voorkrassen***:

‘Uw Woord is mij een lamp voor mijnen voet,
mijn pad ten licht, om ‘t donker op te klaren.
Ik zwoer, en zal dit met een blij gemoed,
bevestigen, in al mijn levensjaren,

dat ik Uw wet, die heilig is en goed,
door Uw genâ bestendig zal bewaren.’


Mijn oren worden gestreeld door het prachtige gezang. Ieder naar zijn eigen aard. Uil krast, Vredepijler koert, Beer bromt, Poetor en Drentel huilen, de schapen blaten, de slang sissssst en ik snuif met Lamprei en zijn familie. De laatste toon heeft geklonken en het is oorverdovend stil... Ik doe het Boek eerbiedig dicht en bind Hem weer om mijn middel. De andere Vregioleden zie ik hetzelfde doen, en ik bedenk nogmaals:

Hij is niet weg. Hij is nog bij ons in Zijn Woord. En dat mag ik brengen naar mijn familie! Ach, als zij gaan geloven voordat Hij terugkomt! Dat ook zij gaan wonen op die nieuwe hemel en aarde bij onze Schepper en Zijn lieve Zoon…


‘Pfieuw…’ Deze hartstochtelijke zucht komt vanuit mijn hazentenen. Opnieuw hoor ik wolvengehuil. 


‘Brrrr…’ 


Het angstaanjagende wolvengehuil van Broer en zijn Alfateef. Ik keer mijn kopje in de richting van Drentel en Poetor. In hun betraande ogen lees ik een herkenbaar vurig verlangen. 

Onuitblusbare vlammen van Scheppers Heilige Geest! Het weerspiegelt de liefde die in mijn hazenhartje brandt voor onze Schepper, Redder, Remmel, mijn broertje en zusjes. Getroffen constateer ik hoe het Woord van Schepperszoon in mijn hazenhartje spreekt…

Wat zal het heerlijk zijn als Broer en Alfateef eveneens gaan geloven!


Nog éénmaal tuur ik naar de horizon. Maar…, het witte Paard met zijn Ruiter is werkelijk niet meer te zien. Mijn hazenkopje draait richting mijn voormalige legerplaats. Vanuit mijn ooghoeken zie ik Poetor en Drentel zich wenden naar waar het wolvengejank, vandaan komt…


Het is een dankbaar weten. Hij komt terug als Zijn volk voltallig zal zijn! En het is aan ons, ja ook aan mij, om met Zijn hulp daaraan mee te werken…
*Woordeloos **Overhandigt ***Voorzingen *Johannes 14 vers 15 - 21 - HSV **Johannes 1 vers 1 Vorige hoofdstuk










Hersenspinsels:

  1. Kennen jullie de wapenrusting van God dat beschreven staat in Efeze 6 vers 10 tot en met 20? Schepperszoon vraagt de dieren hier om het gouden Woord~en~Boek, dat het (tweesnijdend) zwaard is van de Geest, met een gordel om hun middel te binden. De gordel is de waarheid van het Evangelie en dus onze hoop op de volkomen genade in de openbaring van Jezus Christus. (1Petrus 1 vers 13) Draag ik Gods Woord in het vaste vertrouwen/hoop op de genade in Jezus Christus dagelijks met mij mee? En jij?
  2. In Nehemia 6 vers 11 staat hoe goed Nehemia op de hoogte was van Gods geboden. Semaja had een ogenschijnlijk veilig plan bedacht voor Nehemia om hem te redden van de vijanden. Dit plan ging echter tegen Gods geboden in. Ondanks de gevaren, bleef Nehemia trouw aan de HEERE. Ik moet nogmaals denken aan de Heere Jezus die door de duivel verzocht werd in de woestijn. Hij heeft met Gods Woord de duivel met zijn verleidingen verslagen! Hieraan zien we hóe belangrijk het is om Gods Woord paraat te hebben... In dit hoofdstuk horen we het gehuil van Broer op de achtergrond. Brrr... Zou ik trouw blijven? Ondanks de ogenschijnlijke gevaren? Of schuil in in geloof in het Woord door Zijn Geest? Met andere woorden: Heb ik mij bekleed met de wapenrusting van God? En jij?
  3. In geloof en vertrouwen op Schepperszoon geeft Verkrasser het gouden Woord~en~Boek aan Vredepijler. Tot zijn grote verwondering en verbazing, houden zij beiden eenzelfde boek in hun vleugels. Kennen jullie ook in de Bijbel verhalen over wonderbaarlijke vermenigvuldigingen? Ik denk hierbij bijvoorbeeld aan 1 Koningen 17 vanaf vers 7, Markus 6 vers 30 tot en met 44 en Markus 8 vers 1 tot en met 9. Wat kunnen we hieruit leren?
  4. Haasje was vertrokken uit zijn eigen leefomgeving, om te zoeken naar die éne leefgemeenschap waar legio vrede heerst... Véél meer heeft hij ontvangen! Mattheüs 7 vers 7 tot en met 11. Denk daarbij ook aan Spreuken 8 vers 17. Hebben wij al ernstig gezocht? En gevonden???
  5. Schepperszoon geeft aan dat Hij vertrekt naar Zijn Vader, maar Hij laat de dieren niet alleen achter. Zijn Geest, Die door het gouden Woord~en~Boek tot hen spreekt, zal ook uitgestort worden in hun harten. Zo kunnen ze het leven op aarde volhouden! De HEERE zegt tegen ons: 'Als u Mij liefhebt, neem dan Mijn geboden in acht. En Ik zal de Vader bidden, en Hij zal u een andere Trooster geven, opdat Hij bij u blijft tot in eeuwigheid, en verder...(Johannes 14 vanaf vers 15 tot het einde) Hebben wij Die Trooster al ontvangen?
  6. Haasje kijkt Schepperszoon verlangend na. Zo graag, zou hij nu al op die nieuwe hemel en aarde willen wonen. Zónder pijn en verdriet bij de Schepper zijn! Broer zal geen haasjes meer doden... Desondanks is er ook de tegenstrijdige dankbaarheid, dat hij zijn familieleden nog zal kunnen vertellen over de goede Boodschap. En ja..., tevens Broer en Alfateef krijgen nog de tijd en gelegenheid zich in geloof tot de Schepper te keren! Jezus geeft een opdracht na Zijn opstanding aan Zijn discipelen. En deze is ook tot ons gericht! Je kan het o.a. lezen in Mattheüs 28 vers 18 tot en met 20. Hij roept de discipelen op om de volken te onderwijzen uit Zijn Woord. Het Evangelie te vertellen en 't volk te leren, alles wat Jezus hen geboden had in acht te nemen. Het viel me op, dat ongeveer hetzelfde stond in Johannes 14 vers 15. Namelijk: Als u Mij liefhebt, neem dan Mijn geboden in acht. Hebben wij Hem zo lief dat we dat zullen doen, totdat Hij wederkomt op de aarde?
  7. Zoals we lazen in vraag 5, heeft de Vader de Heilige Geest uitgestort nadat Zijn Zoon tot Hem is teruggekeerd. God is met ons, tot de voleinding van de aarde... Kijk jij ook zo uit naar de wederkomst van Jezus Christus? Dán zullen we onze Schepper, Vader en Zaligmaker volmaakt kunnen dienen en eren! Géén strijd meer tegen onze oude natuur! Géén zonden meer! Alles zal volmaakt zijn, zoals de HEERE het bedoeld heeft! Totdat dit moment zal aanbreken, hebben we de geweldig belangrijke, heerlijke en verantwoordelijke taak, om van Zijn onpeilbare grote heerlijkheid, barmhartigheid, liefde en grootheid te vertellen. NIEMAND hoeft verloren te gaan. Ook niet onze familie, buren, vrienden, collega's etc... Onze zaligheid ligt in Jezus Christus! We hoeven het alleen maar te geloven... Zullen we samen op weg gaan? Tot Zijn volk voltallig zal zijn?

donderdag 12 mei 2022

39) Versnuifd*



Een wolvenpoot belandt op Lampreis kopje.

‘Rustig maar Lamprei,’ blaft Poetor zachtjes goedmoedig, mij daarbij trouwhartig aankijkend.

Ja…, realiseer ik me, Poetor is ook een wolf. Het is zijn Broer die dichterbij komt…

‘Pfffff…’ Ik neem een diepe snuif, adem langzaam uit en knijp mijn ogen samen. Daarbij bestudeer ik de dieren om mij heen, eindigend bij Schepperszoon. Deze heeft een klein poosje gezwegen.

‘Pulster…’ Hij legt een klank in mijn naam die mij diep raakt. Als een warme deken verwarmt Hij mijn hele lijfje en hart. Gedachten vliegen door mijn hazenkopje.

Nog meer dan de onvoorwaardelijke liefde van Moerhaas, proef ik intense liefde in Zijn stem. 

Het angstaanjagende gehuil verdwijnt op de achtergrond.

Schepperszoon is er nog! En ook alle Vregioleden. Poetor en Drentel, Moertje, Ramkonijn, Ollie, Japie, Slang, Verkrasser, Aasbrenger, Vredepijler… Nog meer zelfs! Beer èn èn…

‘Inderdaad, Haas. Je bent niet alleen.’ Schepperszoon glimlacht geruststellend. Bedremmeld knik ik. 

Er ontgaat Hem ècht niets!

‘Er ontgaat Mij inderdaad niets, lieve PulsterHaas. Er is geen enkel schepsel onzichtbaar voor Mij. Ik ken alle overleggingen en gedachten van jouw hart.* Ik zie jouw vreugde, angst en verdriet. Dacht jij zojuist niet deze woorden:’

“Hoe hou ik het vol de Schepper te volgen, als Hij weggaat en de dreiging dichterbij komt???”


De ogen van Schepperszoon dwalen vervolgens over heel Vregio.

‘Lieve Haas en Vregioleden. Jullie hoeven niet bang te zijn. Lees en onderzoek Mijn Scherp gouden Woord~en~Boek met een oprechte, Geestelijke dietaliteit**. Want in de stormen van jullie leven, spreekt Mijn Geest in het suizen van de zachte stilte** tegen u, tijdens het lezen van Mijn Woord. Laten jullie je leiden door de Heilige Geest? Om in de stormen van het leven te blijven staan? Of laten jullie je commanderen en meevoeren door de aardse wijsheid van mens en dier, van degenen die Mijn Vader en Mij niet kennen? Of zelfs van Ons bestaan niet willen weten!? Luister niet naar hen!*** Want zou Mijn Vader, de Schepper van hemel en aarde, niet veel beter weten wat goed is voor Zijn schepping en schepsel? Was Mijn Vader, de Almachtige, er niet zelf bij, toen Hij de gehele schepping maakte? De hoogmoed van de mens, om te denken het beter te weten dan Mijn Vader, Die Zijn daden heeft laten opschrijven in dit Scherp gouden Woord~en~Boek, door Zijn Geest… Datzelfde Woord spreek Ik ook! Ja, nog meer. Dat Woord? Ben Ik… Ons komt de eer toe, Mijn Vader, Zijn Geest en Mij! Lees dit Woord en laat het een spiegel voor jullie zielen zijn. Ga geen macht uitoefenen over elkaar. Dien elkaar! Dat is één van de zwakheden van mijn schepselen, sinds dat de mens ongehoorzaam geworden is in het Paradijs. Kom naar Mij, Ik ken jullie zwakheden als geen ander… Lucifer heeft ook Mij proberen te verleiden tot zonden.**** Maar Ik heb zonden en dood overwonnen, opdat jullie de rust ingaan, en bij Mij op de nieuwe hemel en aarde wonen!’***** Schepperszoon richt zich wederom tot onze grote leider. ‘Verkrasser, de Schepper heeft jou veel kennis en wijsheid gegeven. Zoveel wijsheid, dat jij dit Scherp gouden Woord~en~Boek kan lezen en onderzoeken. Bovendien begrijpen en leren aan iedereen die hier is. Zijn ogen kijken weg van de verlegen en schuldbewuste Verkrasser.

De Zoon van de Schepper zoekt contact met ons! 


Mijn hazenbuikje voelt gespannen aan door ingehouden lucht, wanneer mijn ogen zich een snuit in die van Hem boren. Lamprei kruipt dichter tegen mij aan. Het héérlijke moment is alweer voorbij.

‘Pfffff…’


‘Hierbij overhandig Ik jullie voorganger dit kostbare Boek, met de levensreddende Boodschap om uit te delen. Strek je vleugels uit, Verkrasser,’ beveelt Schepperszoon vriendelijk. En Hij vervolgt met gezag:

‘Dit zijn Mijn Woorden. Wees niet wijzer dan dit Woord. Zoek en onderzoek met jouw Vregiovrienden dit Heilige Woord. Put er kracht en troost uit. Mijn Geest spreekt erdoorheen, over de grote daden van Mijn Vader en Mij. Trek de wereld rond en maak aan ieder schepsel het Goede Nieuws bekend, in woorden en daden.’ Bij deze laatste gepassioneerd uitgesproken woorden, overhandigt Schepperszoon het Scherp gouden Woord~en~Boek in de vleugels van Verkrasser. Met grote eerbied neemt deze het behoedzaam aan.


Verwonderd staar ik, met wijd openstaande hazenogen, naar wat hier gebeurt. Ook de andere dieren staan snuifeloos, blaffeloos en grommeloos*. Mijn oren registreren het nog steeds naderende wolvengehuil, maar het dringt niet tot mijn hazenhersenen door. Lamprei worstelt zich nu los uit mijn poten die krachteloos om hem heen hangen. Versnuifd ben ik…



*Verstomd **Mentaliteit, gemoed, manier van denken en voelen ***Woordeloos

* Markus 2 vers 8, 1 Kronieken 28 vers 9, Psalm 7 vers 10, Jeremia 11 vers 20, Jeremia 17 vers 10 - HSV

**1 Koningen 19 vers 12 - HSV
***Romeinen 8 - HSV

****Denk hieraan aan Mattheüs 4 en Lukas 4 - HSV

*****Denk hier aan Hebreeën 4 vers 11 - 16 - HSV

Volgende hoofstuk

Vorige hoofdstuk


Hersenspinsels:

  1. Schepperszoon vertelt Haasje dat Hij alle overleggingen van zijn hazenhartje kent. Als ik het zo goed inschat, vindt Haasje dat prettig. Hij voelt zich beschermd en begrepen door Schepperszoon. Hoe is dat voor mij? Voel ik me beschermd door de HEERE? Omdat ik weet dat Hij alles van mij weet en ziet? Ook mijn slechte gedachten en daden die de mensen niet zien, maar waarvan ik het bestaan wel weet? Mijn gebrek aan vertrouwen in Hem en het steeds maar weer zèlf willen doen in plaats van op Zijn Woord te letten en Hem te volgen? Leg ik deze zonden steeds schuldbewust bij Hem neer? Voor vergeving, omdat ik wéét dat de HEERE barmhartig en vol van genade is? Wie maak ik groot indien ik mijn zonden in het duister laat liggen? En Wie maak ik dan juist klein?  
  2. Of voelt het voor mij als een bedreiging? Omdat ik eigenlijk niet wil weten dat mijn zondige gedachten en daden telkens weer een realiteit zijn...?
  3. Zoals je leest in 1 Koningen 19 vers 10 - HSV, voelde Elia zich alleen gelaten. Hij was helemaal alleen overgebleven. En hij voelt hoe zijn leven bedreigd wordt door Izebel en de mensen om hem heen... Júist in het zachte suizen van een zachte stilte, hoort Elia de stem van de HEERE. Troostend en bemoedigend! Nee..., de profeet hoeft het niet alleen te doen. Alles wat Elia gedaan heeft was niet nutteloos en hopeloos! De HEERE belooft met Hem te zijn en bemoedigt hem met de  zevenduizend mensen in Israël die Hij zal overlaten, want zij hebben niet hun knieën gebogen voor Baäl. De HEERE komt hier op voor Zijn eigen nooit volprezen Naam. Komt, maakt met mij God groot! Zing je psalm 34 mee?


  4. Ik heb stormen in mijn leven meegemaakt. Voel en voelde me daarin regelmatig eenzaam en onbegrepen. Maar ik ben lang niet de enige. Er zijn zoveel mensen die traumatische gebeurtenissen hebben mee moeten maken. En dat is zwaar. Alleen niet te dragen... Vaak liet ik(en laat ik me nog steeds, als ik niet waakzaam genoeg ben) me overspoelen door het lawaai van angst, verdriet en boosheid... Maar te midden van die stormachtige gevoelens, komt de stilte. Op zondag in de kerk of 's nachts, wanneer de slaap niet wil komen. Of wanneer ik aan het schrijven ben en Zijn Woord daarbij overdenk... Ik ervaar Psalm 34 - HSV als zeer troostvol en bemoedigend. Hij redt ons uit benauwdheden en verlost verbrijzelden van geest. Allen die de toevlucht nemen tot Hem worden niet schuldig verklaart! Zo kom ik weer bij de eerste vraag uit: Leg ik al mijn zonden steeds schuldbewust bij Hem neer? Voor vergeving, omdat ik wéét dat de HEERE barmhartig en vol van genade is? 
    Met een daaruit voortvloeiende vraag, waar ook in dit hoofdstuk naar verwezen wordt, namelijk Romeinen 8 - HSV. Leef ik door de Geest? En jij? 
  5. Schepperszoon overhandigt Verkrasser het Scherp gouden Woord~en~Boek vertelt aan alle Vregioleden hoe Lucifer Hem heeft proberen te verleiden. In deze geschiedenis(Mattheüs 4 en Lukas 4 - HSV) lezen we de wijze waarop Jezus de duivel bestreed en overwon met het "scherp tweesnijdend zwaard". Namelijk het Woord van God, dat krachtiger en scherper is dan enig ander. Hier zien en lezen we hoe cruciaal het is om Gods Woord paraat te hebben en centraal te stellen in ons leven. Wat een kostbaar geschenk van onze HEERE! Wij hebben Zijn Woord ontvangen tezamen met deze Hogepriester Die medelijden heeft met onze zwakheden. Hij is op dezelfde wijze als wij verzocht geweest, zoals we in Mattheüs 4 en Lukas 4 lazen. Maar Hij zonder zonde! Hebreeën 4 vers 11 - 16 - HSVHoe belangrijk is het door God gegeven Woord voor mij? En voor jou? Lezen we trouw uit Zijn Woord? Naderen wij met vrijmoedigheid tot de troon van de genade? Jezus Christus, de Hogepriester en het Levend geworden Woord?(Zie hebreeën 4 vers 16). Wat zullen we dan ontvangen?

dinsdag 3 mei 2022

38) Als een gekraakte noot door een eekhoorn!*

‘Dit zei Aasbrenger: “Maar denk je eens in wat zou er gebeurd zijn als de Zoon van de Schepper niet dit geduld* zou hebben gehad?” En wat was jouw antwoord?’

‘Dan had ik U niet leren kennen,’ fluister ik zacht met tranen in mijn ogen, ‘en kan mijn familie U ook niet leren kennen…’ Een klein konijnenpootje grijpt mijn poot, en knijpt er zachtjes in. Naast mij mompelt Poetor verwonderd:

‘En mijn Broer kan U nog steeds leren kennen, áls hij wil gaan luisteren en geloven…’

‘En Alfateef?’ vraagt Drentel verlegen aarzelend.

‘Die ook,’ bevestigt Schepperszoon. ‘Zij hebben nu nog de tijd om vergeving, of met een duur woord, genade te vinden. Een duur woord. De inhoud daarvan is gratis te ontvangen.’ Ik schud mijn hazenkop.



Huh?


‘Haas? Vertelde ik jou zojuist niet dat ik voor alle zonden in deze wereld betaald heb? Jij hoeft niets meer te doen. Enkel daarin geloven en Mij volgen. Want Ik ben opgestaan uit de dood en leef. Nu neem Ik afscheid van jullie. Hierna ga ik naar Mijn vrienden, om datzelfde te doen. Want Ik keer naar Mijn Vader terug, om voor het behoud van al Zijn schepselen te bidden. En alle schepselen die in Mij geloven ontvangen de Heilige Geest! Zoals ik jullie aan het begin van mijn toespraak beloofd heb. Weet jullie het nog? De Trooster Die Ik jullie ga geven tot in eeuwigheid! Die zal jullie helpen. Hij spreekt de Woorden van het Scherp gouden Woord~en~Boek, om jullie te troosten en te leiden door dit aardse leven heen. Door Hem ben ik bij jullie, lieve Vregiovrienden! Hij zal jullie helpen herinneren aan de rijke belofte van Mijn Vader, jullie Schepper… Vergeving van zonden! Aan jullie de opdracht deze Boodschap aan alle dieren te laten horen.’ Schepperszoon zwijgt een paar ademteugen. Zijn woorden dringen diep tot mij door. In gedachten zie ik ons leger, en zucht verlangend.

Ach die lieve Remmel, broertje en zusjes.


Ver weg klinken de woorden van de Spreker. Het gejank van de wolven lijkt dichterbij te komen… Een koude rilling loopt over mijn ruggengraat, en wederom schud ik mijn hazenkopje terwijl ik stotend mijn adem uitblaas.

Hoe hou ik het vol de Schepper te volgen, als Hij weggaat en de dreiging dichterbij komt???


‘Verkrasser heeft samen met de dienstkruiers, jullie geprobeerd te leren naar Mijn Woord te leven. Herinneren jullie de vele waardevolle verhalen uit Mijn Woord nog? Hij heeft die van de mens geleerd en aan jullie doorgegeven. Het ging echter verkeerd hè!?’


Schepperszoon kraakt de noot als een eekhoorn! bedenk ik me. Mijn hazenhartje gaat als een razende tekeer. Smachtend naar een oplossing of uitkomst, luister ik verder.

‘Lieve Vregiovrienden? Verkrasser? Weet je niet, dat je met helemaal niets, het eeuwig leven kan verdienen? Je hebt gemerkt hoe kwetsbaar je bent! Hoe snel je in de zonden valt…’


‘De Rat,’ snuif ik zacht verbaasd, ‘Schepperszoon weet het… Hij was er niet bij en Hij weet alles! Verkrasser voelt zich duidelijk aangesproken, want hij knikt inderdaad berouwvol.'

‘Daarom is dit Scherp gouden Woord~en~Boek zo belangrijk. Juist daarin staat dat daarvoor vergeving is door mijn bloed! Leef naar Mijn Woord uit liefdevolle gehoorzaamheid. Ook in het besef, dat je Mijn hulp en kracht en die van elkaar nodig hebt, om tegen die lust naar vlees en zonden te strijden. Ik richt je weer op als je tot Mij komt met jouw schuld, om opnieuw achter Mij aan te gaan. Wees verdraagzaam en vergevingsgezind. Leg elkaar vooral geen lasten op die te zwaar zijn om te dragen! Het moment van vertrek is nabij. Mijn opdracht hier op aarde is klaar, en de taak bij Mijn Vader wacht om vervuld te worden. Te bidden totdat Zijn, en dus ook Mijn volk, voltallig zal zijn geworden. Aan jullie de Missie met toewijding te zaaien zodat Ik, als Ik over een kleine poos terugkom, Mijn volk tot Me zal kunnen nemen om te leven op de nieuwe hemel en nieuwe aarde. Zonder zonden, verdriet en pijn. Wat zal dat heerlijk zijn! Daarom is het Verkrasser…,’ Schepperszoon kijkt onze leider indringend aan, ‘dat ik dit boek in jouw vleugels geef.’


‘Dit Scherp gouden Woord~en ~Boek is een “hard” boek voor wie niet gelooft, want zij gaan verloren. Niet omdat Ik dat wil, maar omdat zij zelf willen vanwege hun ongeloof.’ Hij slaakt een diepe zucht en Zijn mondhoeken trekken even bedroefd naar beneden. Maar niet voor lang… Zijn ogen stralen als de zon. Ik voel mijn gehele hazenlijfje wederom tintelen van warme vreugde, bij de volgende woorden die Hij uitspreekt: 

‘Voor degenen die geloven? Is dit een Boek vol troost!’ Hij opent het waardevolle Boek en leest met Zijn heldere warme stem voor:
“Want zo lief heeft God de wereld gehad, dat Hij Zijn eniggeboren Zoon gegeven heeft, opdat ieder die in Hem gelooft, niet verloren gaat, maar eeuwig leven heeft.”** Die Zoon? Ben ik! Jij gelooft in Mij en hebt jouw kennis over Mij opgedaan via versnavelingen** en menselijke overlevering, zoals Ik al eerder gezegd heb. Pas wel op, daar zit ruis in!’ Ik schrik op.


Wat?


Een grote snuifteug ontsnapt trillend aan mijn snuit… Mijn poten staan verstijfd op het zachte weidegras en mijn buik trekt samen, na deze laatst gesproken woorden. Ondertussen staan mijn oren alert recht overeind. Ik trek beschermend een onwillige Lamprei tussen mijn sterke poten, en druk hem stevig tegen mijn gespannen hazenbuik aan.


Een angstaanjagend wolvengehuil nadert...



*2 Petrus 3 vers 9 - HSV **Johannes 3 vers 16 - HSV

*Zegt precies waar het op staat

**Overdragingen of doorvertelsels

Volgende hoofdstuk

Vorige hoofdstuk


Hersenspinsels:

  1. Haasje was in het vorige hoofdstuk gefrustreerd over het REUSACHTIGE geduld van de Vader van Schepperszoon. Hij wilde nu al wel van al het aardse lijden verlost worden... Wij wachten ook nog steeds op de terugkomst van de Heere Jezus, om te oordelen de levenden en de doden, zoals geschreven staat in de apostolische geloofsbelijdenis en in de Nederlandse geloofsbelijdenis artikel 37(waar ook veel bewijsteksten worden vermeld vanuit de Bijbel). Ik herken die frustratie van Haasje wel. En jij?
  2. Nu legt de Zoon van de Schepper het Haasje persoonlijk uit, waarom Hij zo geduldig is! In 2 Petrus 3 vers 9 - HSV lees je diezelfde reden, waarom de HEERE geduld heeft met ons mensen. En als ik denk aan de mensen waar ik veel van hou? Die Gods Woord niet willen aannemen als de Waarheid? Niet willen geloven dat God de Vader hen ook tot Zijn kinderen wil aannemen door het bloed van Zijn Zoon, Jezus Christus...? Dan zou ik toch wel gráág willen dat Hij nog éventjes wat langer wegbleef... Herken jij dit tegenstrijdig verlangen van het voorgaande hersenspinsel en deeze betreffende?
  3. Ken jij die uitspraak van Paulus in Filippenzen 1 vers 21: Want het leven is voor mij Christus en het sterven is voor mij winst? Wanneer ik Paulus' brief aan de gemeente van filippi lees, vallen mij verschillende dingen op. Onder andere dat Paulus ziet, dat zijn lijden in Christus bijgedragen heeft aan het bevorderen van het Evangelie. Hoe is dat in mijn leven? En dat van jou? Hebben wij dat in ons leven mogen ervaren?
  4. Hoe moeilijk is het om te blijven staan bij lijden en verleiding. Dat is in ieder geval wèl mijn ervaring... Mede daarom stimuleert Paulus de gemeente in filippi, standvastig te blijven wandelen in het Evangelie van Christus. Een leven te leven dat Christus eer aan doet. Zoals geschreven staat in Filippenzen 1 vers 27a: Alleen, wandel het Evangelie van Christus waardig, Hoe breng ik dit in de praktijk? Kunnen we elkaar daarbij helpen?
  5. Heb je Filippenzen 1 in z'n geheel gelezen? Troosten jou de verzen 29 en 30 ook? Dank jij God ook, voor Zijn genade, door ons het geloof in de God en Zoon uit Johannes 3 vers 16 te schenken? Voor Hem te mogen lijden tot bevordering van het Evangelie? Voor het voorbeeld dat Paulus ons hierin geeft? Helpt deze wetenschap jou en mij om samen standvastig te blijven staan? Laten wij ons door Gods Geest, door Paulus heen, aanspreken en bemoedigen?

29) Fijn kneepje

   ‘Nee!’ Verbijsterd grijp ik de poot van Ramkonijn. Onze poten zijn klam van het koude zweet. Angstig voor wat we lezen in elkaars ogen, s...