woensdag 9 juni 2021

5) Stilte voor de wijze uil

Oehoe, Uil, Soorten, Raptor, Roofvogel


‘Wauw!’ snuif* ik zacht verbijsterd. Ik zie een uil, met een spanwijdte van bijna twee meter, tussen de boomtoppen door naar ons toekomen. ‘Imposant,’ fluister ik nogmaals. ‘En die rustige vleugelslag! Zèlfs geruisloos voor mijn uitstekend ontwikkelde hazenoren…’


Achter de uil, in een v-vorm, volgen zes witte duiven. Naast iedere duif vliegt een raaf. Elke raaf heeft een rieten mand in zijn klauwen. De vogels vliegen zeven keer rond het grasveld, waarna de uil statig neerdaalt op de boomstam van een gekapte kolossale eikenboom, in het centrum van het veld. Een meter verderop liggen grote stenen in een kring. Daarop staat een grote gietijzeren pan met deksel.


De duiven gaan in de vorm van een ster er omheen staan. Bij elke duif voegt zich een raaf. De rieten manden zetten zij naast zich neer. Over de manden liggen rood-wit geblokte doeken. Ik brand inmiddels van nieuwsgierigheid!


Nu pas merk ik hoe stil het is geworden. Alle dieren kijken met verwachtingsvolle ogen op naar de uil. Deze overziet op zijn beurt de grote menigte met zijn feloranje ogen. Zijn kop draait hij langzaam, totdat hij alle dieren om hem heen heeft gezien. Ik voel zijn ogen ook even op mij rusten. 

Geeft hij mij nu een knipoog!?
Onrustig heen en weer schuifelend op mijn achterwerkje, probeer ik mezelf onzichtbaar te maken.


Na deze verwachtingsvolle stilte, begint de uil te verkrassen. Het worteltje valt…**

Uil ís Verkrassser!
Het geluid dat uit zijn snavel komt, klinkt warm en donker. Aangenaam om te horen voor mijn gevoelige oren.

‘Lieve kudde van dit bos. Wat fijn dat jullie hier met zovelen zijn! Ik stel jullie vandaag een vraag:’


‘Kennen jullie “de MENS”!?’



*Praat

**Het kwartje valt



Volgende hoofdstuk


Vorige hoofdstuk


Hersenspinsels:

  1. Soms kijk ik heel erg op tegen anderen. Die lijken zo knap, lief, sociaal en talentvol. Maar ken ik hen wel ècht? 
  2. Ken ik mezelf wel ècht?
  3. Waarom maak ik me altijd zo druk om mezelf en andere mensen? Bewust zet ik nu mezelf eens vooraan. Het is niet netjes, heb ik geleerd. Maar gaat dat vaak niet zo in onze gedachten? Wie heeft ons eigenlijk geschapen? Gaan mijn gedachten naar Hem uit? Waar gaan jouw gedachten naar uit?

2 opmerkingen:

29) Fijn kneepje

   ‘Nee!’ Verbijsterd grijp ik de poot van Ramkonijn. Onze poten zijn klam van het koude zweet. Angstig voor wat we lezen in elkaars ogen, s...