De rij is lang. Het geduld dat ik moet opbrengen, geeft me veel tijd om na te denken.
Als ik op de gekapte boomstam van de eikenboom gezeten had, was ik omgevallen van verbazing! Bijzonder hoeveel eten de Aasbrengers uit de rieten manden tevoorschijn halen. De bodem lijkt maar niet in zicht... En de tegenzin van die vleesetende dieren? Mwah…, die begrijp ik wel. Ík eet alleen groen. Ík hoef mijn menu niet aan te passen. Deze dieren wel!’
Met volle poten keert iedereen naar zijn plekje terug. In de ene poot het blad van de Vredepijler, en de andere poot het uitgedeelde voedsel. In mijn poot houd ik lekkere peulvruchtjes en paddenstoelen. Het water loopt me in mijn bekje!
Verkrasser spreidt zijn beide grote vleugels uit. Het zachte gemurmel van stemmen sterft weg. Een respectvol luisteren...
‘Lieve dieren, voordat jullie dit voedsel gaan nuttigen, moet ik waarschuwen. Wij vleeseters hebben een ander darmstelsel dan alle planteneters die hier zijn. Daarom is het verstandig het groen te koken voordat je het gaat eten. En planteneters? Beseffen jullie welke grote uitdaging jullie collega-dieren hebben? Daarom vraag ik jullie om ze te helpen met het verzamelen van eten, en het koken daarvan. Wees elkaar op deze manier dienstbaar! Het koken kan in de gietijzeren pan, die hier naast mij op de stenen staat.’
‘En jullie vleeseters? Wees zachtaardig voor deze dieren, die eerst jullie voedsel waren. Ik weet hoe moeilijk het is. Het gaat tegen onze natuur in. Geloof me! Leven sparen in plaats van te doden, maakt je werkelijk blij...!' In de stilte die Verkrasser laat vallen, dringen de gesproken woorden door tot de dierenharten. 'En nu aan jullie allen. Mochten er vragen zijn? Ik ben altijd bereikbaar via mijn Vredepijlers, die hier in ‘t bos wonen. Eenvoudige vragen kunnen zij beantwoorden. De Aasbrengers helpen jullie met praktische zaken. Als jullie er niet uitkomen, ben ik bereikbaar op de richel van de rotsen aan de rand van dit bos, driehonderd vleugelslagen hiervandaan.’ Waarna hij zijn vleugels uitspreidt en verder krast:
‘Gedenk jullie Schepper in de komende week. Houdt vrede met elkaar zoals onze Schepper het bedoeld heeft! Volgende week hoop ik weer in jullie midden te zijn.’
De Uil beweegt zijn uitgespreide vleugels en stijgt langzaam op. In een v-vorm volgen de zes Vredepijlers en zes Aasbrengers hem. Weer vliegen zij zeven rondjes om het grasveld heen. De duiven en de raven keren terug en landen op het gras.
Een mooi gezicht!
Op een rij. Eerst een witte duif, dan een zwarte raaf, een witte duif, een zwarte raaf en verder… Allen zwaaien in hetzelfde ritme met hun rechtervleugel de Verkrasser uit, tot..., hij achter de boomtoppen verdwenen is.
Het blijft een imposant gezicht voor zo’n klein haasje als ik ben!
Onze beste leermeester is verdwenen. En daarmee alle deftigheid bij de Vredepijlers en de Aasbrengers. Ik zie dat ze samen overleggen. Ze gaan ze in zes groepjes van twee de menigte in. Een Vredepijler tezamen met een Aasbrenger. Die verkrassing van Verkrasser heeft veel teweeggebracht onder onze gemeenschap. Dat merk ik zelfs als nieuwkomer.’ Ik schud bedenkelijk mijn hazenkop.
Hersenspinsels:
- Ik vind het best moeilijk wanneer iemand bedreigend voor mij is. Hoe kan ik vriendelijk blijven? En juist die persoon behulpzaam zijn?
- Of ben jijzelf juist iemand die gemakkelijk bedreigend overkomt?
- Kennen jullie mensen die daarin voor jou een voorbeeld zijn?
- Kennen jullie de Mens, Die hèt ultieme voorbeeld is geweest(Mattheüs 26 o.a.), ook wat dit betreft?
Geen opmerkingen:
Een reactie posten